Afwijkend looppatroon of voetenstand bij kinderen

Kinderen ontwikkelen de spieren en de stand van hun voeten, door hun voeten steeds meer te gaan gebruiken. Baby’s moeten eerst nog wennen aan het gevoel van de vloer tegen hun voetzolen. In het begin zijn de voetjes nog helemaal niet ‘ingesteld’ om te staan en om gewicht te dragen. Zodra kinderen gaan staan ontwikkelen zij de vorm en de stand van hun voeten. Aangezien de voetspieren sterker worden, krijgen ze ook een steeds betere enkelstabiliteit. Zij kunnen dan beter hun evenwicht bewaren en hun voeten afwikkelen. Dit hebben ze nodig om te gaan lopen en rennen. Zeker op latere leeftijd is dit nodig om goed te kunnen functioneren.

Maar soms kan het gebeuren dat het looppatroon zich niet goed ontwikkeld. In die gevallen is het aan te raden om tijdig hulp in te schakelen omdat het op latere leeftijd lastiger kan zijn om een dergelijk patroon weer om te keren. Onze kinderfysiotherapeuten kunnen hierbij helpen!

Wanneer is er sprake van een afwijkend looppatroon
of voetenstand?

Bij sommige kinderen verloopt de ontwikkeling van het looppatroon anders dan normaal of niet optimaal. Signalen hiervoor kunnen zijn:

Platvoeten

De voet is doorgezakt, er is geen duidelijk voetgewelf (pes planus). Ook kan de voet naar binnen gekanteld zijn (valgusstand). Op verschillende plaatsen kunnen pijnklachten en/of vermoeidheidsklachten ontstaan na langdurig lopen en staan.

Hakvoeten

Er is sprake van een verhoogd voetgewelf.

Tenenlopen

Kinderen die tenenlopen wikkelen hun voeten niet goed af tijdens het lopen, zij zetten niet de hak op de grond maar de voorvoet en de tenen.

Lopen met de voeten naar binnen

Sommige kinderen lopen met de voeten naar binnen (Toeing in) gedraaid. Deze kinderen kunnen vaker struikelen en er kunnen pijnklachten optreden in o.a. de voeten of knieën.

Enkelinstabiliteit

Als kinderen hun enkels flink omzwikken, is er sprake van een inversietrauma (enkeldistorsie). Er kan dan een flinke zwelling komen. Na een inversietrauma kan er een blijvende enkelinstabiliteit zijn, waarbij kinderen vaker vallen/struikelen of opnieuw hun enkels omzwikken, met pijnklachten als gevolg.

De normale ontwikkeling van de kindervoet

0 tot 1,5 jaar
Als een kind net begint met lopen, zit er nog een vetlaagje onder de voet die de voetholte opvult. Er is dan ook geen voetboog zichtbaar. De benen staan in O-stand en de voeten staan naar buiten gedraaid. Hierdoor is er meer stabiliteit.
2 tot 3 jaar
Rond het tweede levensjaar verandert de O-stand van de benen in een X-stand van de benen. Het kind heeft nog steeds platvoeten. Het babyvet verdwijnt onder de voeten. Tot het vierde levensjaar is het normaal dat een kind veel struikelt. Het leren lopen gaat (letterlijk) met vallen en opstaan.
5 tot 8 jaar
Vanaf het vijfde levensjaar zal de X-stand van de voeten langzaam verminderen. Als uw kind 7-8 jaar is moeten de benen en voeten recht staan. De voeten zijn nog plat tot het vijfde levensjaar, vanaf die tijd is er een voetboog te zien.

Wanneer is het verstandig om kinderfysiotherapie in te zetten bij afwijkend looppatroon?

Wanneer de ontwikkeling van de voeten van jullie kind niet normaal verloopt is het verstandig een afspraak te maken bij onze kinderfysiotherapeut. Wij raden dit in ieder geval aan bij

Overmatig vallen of struikelen
Niet lang kunnen of willen lopen
Vermoeidheid in de voeten of benen
Afwijkende of kromme stand van de tenen
Pijn in de voeten, enkel, knieën of rug
Pijn bij sporten
Als jullie kind na het zevende levensjaar nog steeds platvoeten of X-benen heeft

kinderfysiotherapie

Wat kunnen wij doen bij een afwijkend looppatroon

Bij een afwijkend looppatroon of afwijkende stand van de voeten of benen kan onze kinderfysiotherapeut onderzoeken wat de oorzaak is. Zij kan jullie advies geven over bijvoorbeeld schoenen en begeleiden met oefentherapie en oefeningen voor thuis.

Daarnaast zal zij indien nodig doorverwijzen naar een podotherapeut.

U kunt met iedere soort klacht bij ons terecht.

× Kunnen wij u helpen?